Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], David nam ook al de schapen en de runderen; [25]zij dreven ze [26]voor datzelve vee heen, en zeiden: [27]Dit is Davids buit. 25. Te weten, de mannen van David. 26. Dat is, voor het vee, dat hun van de Amalekieten was ontnomen geweest. 27. Dat is, die David toebehoort, daarom heeft hij ook daarvan weggeschonken waar en aan wie het hem beliefde. Zie onder, vs.26.